Wind Meets Gas 2019 – Noord-Nederland eerste Europese waterstofregio
Bij de afsluiting van de tweedaagse Wind Meets Gas-conferentie werd vrijdag vastgesteld dat Noord-Nederland in de toekomst niet de enige, maar zoals het nu lijkt, wel de éérste waterstofregio van Europa zal worden. Zowel Minister Eric Wiebes als Bart Biebuyck van de Europese FCH-JU verwezen in hun toespraken naar de succesvolle pitch van het HEAVENN-project waarmee Noord-Nederland die koppositie binnenhaalt. Dat de opening door Groningen’s burgemeester Koen Schuiling vervolgd werd met een live-uitvoering van het Gronings volkslied op het Schnittger-orgel van de Martinikerk was dan ook meer dan passend. Wind Meets Gas 2019 stond in het teken van de energie-ontwikkelingen op de Noordzee en de rol van waterstof daarin, met name in Noord-Nederland. In beide dagen werd duidelijk dat voor een succesvolle transitie, een gezamenlijke visie en een hechte publiek-private samenwerking nodig is.
Eric Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat, wees in zijn toespraak op de ontwikkelingen in Noord-Nederland als gevolg van de afbouw van de gaswinning in de komende jaren. Om Nederland te voorzien van energie ziet Wiebes een waterstofeconomie in Noord-Nederland als deel van de oplossing. De regio heeft alles in zich, met de al aanwezige infrastructuur (gasleidingen, diepzeehaven), ruimte en kennis om de transitie naar een waterstofeconomie te realiseren. ‘Als het ontwikkelen van een waterstofeconomie hier niet lukt, dan lukt het nergens!’
Bart Biebuyck, Executive Director van Fuel Cells & Hydrogen Joint Undertaking (FCH-JU), benadrukte in zijn key-note het belang van Europese regio’s en steden bij de ontwikkeling van waterstof. Op dit moment leiden alle geplande ontwikkelingen in 22 landen in de Europese Unie tot ruim 1.85 miljard euro aan investeringen in waterstof. FCH-JU zelf investeerde al 1 miljard Euro, en er volgt meer in 2020, met als doel CO2-reductie, creatie van nieuwe markten en werkgelegenheid. Biebuyck ziet een toekomst met meerdere hydrogen valleys in Europa, maar zei dat het er sterk op lijkt dat Noord-Nederland de eerste zal zijn.
De eerste dag werd afgesloten door ‘waterstof-ambassadeur’ Professor Ad van Wijk: ‘Waterstof is de laatste jaren steeds belangrijker geworden. Er zijn miljarden investeringen in waterstof gaande, maar regelgeving en goede stimuleringsmechanismen zijn nu nodig.’
Dat de ontwikkelingen op de Noordzee allang geen nationale aangelegenheid meer is, bleek uit de aanwezigheid van ruim 30 afgevaardigden van de Scandinavische ambassades en industrie, die de ontwikkelingen in de noordelijke energieregio met grote belangstelling volgen.
Naar Parijs via Groningen
De Groningse CdK René Paas gaf het startschot voor de tweede dag: ‘De weg naar Parijs verloopt via Groningen. Om aan de klimaatdoelen van Parijs te voldoen, hebben we Groningen nodig met haar infrastructuur om alle windenergie om te zetten in waterstof.’
Het Scandinavische perspectief werd onderstreept door o.m. Christian Schneller van TenneT die aandrong op een verandering in zienswijze en over te gaan van een nationale naar een geïntegreerde offshore wind-planning op de Noordzee, met inbegrip van energie-eilanden. In diverse paneldiscussies kwam steeds de noodzaak tot samenwerking terug – tussen beleidsmakers en industrie, en tussen industriële partners onderling. Die voorzetten werden met grote instemming begroet. Geen argumenten tegen.
Vrijdag werd verder HyDelta, een nieuw toegepast onderzoeksprogramma gelanceerd. Dit programma richt zich op een geïntegreerde aanpak om de ontwikkeling van de waterstofeconomie te verbeteren en te versnellen. Rijksuniversiteit Groningen, Provincie Groningen, TKI Nieuw Gas, KIWA, Gasunie, TNO, ERIG, Hanzehogeschool Groningen en New Energy Coalition verbonden zich met hun handtekening onder de intentieverklaring aan het nieuwe programma.
Noé van Hulst, Waterstofgezant voor het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, sloot de tweedaagse conferentie af met een oproep: ‘Deze keer hadden we een bredere kijk op het onderwerp met de Nordics en het pentalaterale perspectief. Noord-Nederland, wees de wegbereider voor waterstof voor de rest van Europa. Er is nog veel werk te doen en risico te nemen. Doe het gewoon!’